Haarzicht
Haarzicht
De locatie Haarzicht ligt ten noordwesten van de kern Vleuten. De nieuwe wijk wordt in de toekomst ontwikkeld tot een woongebied met ongeveer 540 woningen. Haarzicht krijgt een dorps woonmilieu, een gebiedseigen identiteit en een ontspannen sfeer. Het gebied ligt in een landelijke omgeving met ten westen het Landinrichtingsplan Haarzuilens, dat wordt ingericht als recreatiegebied, en ten noorden de Thematervelden en de Haarrijnse Plas.
Vanuit Haarzicht zal het mogelijk worden om deze recreatiegebieden te voet te bereiken. In Haarzicht ligt een waardevol stuk groen dat blijft behouden, het bosje van Goes. Naast woningen komen er ook voorzieningen in Haarzicht, waaronder een basisschool, gymzaal, kinderdagverblijf en buitenschoolse opvang. Haarzicht wordt een kleinschalige buurt die onderdeel uitmaakt van Vleuten en zal een dorpse sfeer uitstralen.
Het ontwikkelingsproces
Haarzicht wordt op een bijzondere manier gerealiseerd, namelijk volgens een zelfrealisatiemodel. In het geval van een zelfrealisatiemodel wordt er door de gemeente een Ontwikkelvisie gemaakt. De integrale ontwikkeling, de realisatie van de bouwplannen en de inrichting van de openbare ruimte worden door marktpartijen gedaan. Integrale ontwikkeling betekent dat de marktpartijen gezamenlijk een stedenbouwkundig plan (SP) voor het gebied gaan maken, wat past binnen de kaders van de Ontwikkelvisie. Na het SP worden er vervolgens bouwplannen en inrichtingsplannen gemaakt. Uiteindelijk wordt de ingerichte openbare ruimte overgedragen aan de beheerder binnen de gemeente Utrecht.
Omdat de meeste grond in eigendom is van de marktpartijen, zijn de ontwikkelaars van Haarzicht al bekend. Dit zijn AM Wonen, Bouwinvest, Bunnik Projekten en Ovast Ontwikkeling. Zij hebben zich verenigd in ‘Groep Haarzicht’. Er zal ook een woningbouwcorporatie betrokken worden voor de ontwikkeling van het sociale woningbouwprogramma. De Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling van de gemeente Utrecht is verantwoordelijk voor de ontwikkeling van het voorzieningenprogramma.
Bron: gemeente Utrecht.